Diabetes en insulineresistentie

Diabetes type 2 en insulineresistentie

Diabetes is zichtbaar in een verhoogde bloedsuikerspiegel. De grens ligt in nuchtere toestand op 7 mmol/l glucose.
Bij type 1 diabetes ligt het probleem bij insuline die niet (meer) wordt aangemaakt.
Bij type 2 diabetes ligt het probleem bij insulineresistentie. Er is nog een stadium die er aan voorafgaat, waarbij iemand insulineresistent is, maar dat dit nog niet te zien is in de bloedsuikerspiegel. Je kan dus ook insulineresistent zijn zonder dit te weten en zonder diabetes te hebben. Hieronder in het witte gedeelte beknopt hoe dit verloopt.

Dit zijn de klachten die je kunt ervaren bij insulineresistentie:

  • Niet kunnen afvallen, ondanks calorierestrictie
  • Altijd moe
  • Vaak (onstilbare) honger
  • Trek in zoet
  • Slechte concentratie en ‘brainfog’
  • Misschien hoge bloedsuikerspiegel
  • Veel kleine ontstekingen

Oorzaak van insulineresistentie

Dit is hoe insulineresistentie zich ontwikkelt:

  1. Als je suiker en koolhydraten eet is het normaal dat de bloedsuikerspiegel stijgt. Te veel glucose (suiker) in het bloed is echter niet gezond.
  2. Insuline is een hormoon dat wordt aangemaakt bij een hoge bloedsuikerspiegel, om de lichaamscellen die suikers te laten opnemen. Hierdoor daalt de bloedsuikerspiegel weer.
  3. Beweging/sport is een tweede manier om suikers het bloed uit te krijgen door opname en verbranding in de cellen.
  4. Als er te vaak te veel suikers/koolhydraten gegeten worden en als er te weinig wordt bewogen moet insuline veel werk verrichten om de bloedsuiker gezond te houden. Dus veel suikers betekent veel insuline.
  5. Een insulineresistentie is het gevolg op lange termijn. Dit wilt zeggen dat de cellen het hormoon insuline niet meer willen of kunnen herkennen. Noem het hoe je wilt… insulinedoofheid, een glucose-burnout of versleten, het komt er op neer dat de cellen minder glucose (suiker) opnemen.
  6. Een compensatie is om méér insuline aan te maken als poging om de bloedsuikerspiegel toch nog naar beneden te krijgen.
  7. Op lange termijn zie je dat deze compensatie zelfs niet meer werkt en is de glucose zichtbaar in de bloedsuikerspiegel. Vanaf dit punt kan diabetes type 2 pas worden gediagnostiseerd, terwijl er al veel stappen aan vooraf zijn gegaan.

Ook speelt erfelijke gevoeligheid een rol bij de ontwikkeling van diabetes.

Door een hormoonverstoring bij PCOS (Poly Cystic Ovary Syndrome) ben je veel gevoeliger voor het ontwikkelen van insulineresistentie.

Mogelijke behandeling en aanpak

Bij de diagnose Diabetes Type 2 wordt er direct een aanpak via de huisarts in gang gezet. Dit omvat vaak medicatie, zoals metformine en/of glyclazide, en wordt er om de drie maanden een bloedanalyse gedaan. Hierbij wordt de glucose nuchter en de ‘lange termijn suiker’ HbA1c gemonitord. Mochten deze waarden toch hoog blijven ondanks medicatie, dan wordt de medicatie opgehoogd of uitgebreid.

Daarnaast is voeding en beweging (samen met slaap en evt stoppen met roken en drinken) een belangrijke aanpak om erger te voorkomen. In de laatste jaren is deze ‘leefstijlgeneeskunde’ veel meer aanvaard en serieus genomen.

De aanpak in voeding kan verschillen, maar bevat wel iets van deze onderdelen:

  • Volwaardige en gezonde voeding met veel vezels, voldoende eiwit en zo min mogelijk suikers en verzadigd vet
  • Voeding met een lage glycemische index
  • Koolhydraatbeperking
  • Soms zelfs een ketogene voeding
  • Het monitoren van de bloedsuikerspiegel terwijl je een voedingsdagboek bijhoud
  • Een glucose-intolerantie test en meting van de insulinespiegel
  • Soms een caloriebeperking om af te vallen – overgewicht werkt insulineresistentie namelijk in de hand
  • De hoeveelheid calorieën en andere voedingsstoffen die nodig zijn worden altijd individueel berekend